12 december 2011

Harco en Ep Poelman - Erica / Informatieve websites (duivenvlucht.nl)

Een duivenliefhebber kan tegenwoordig hele dagen achter zijn/haar computer op internet doorbrengen, om informatie over zijn geliefde hobby/sport tot zich te nemen. Steeds meer duivenliefhebbers hebben een website zodat je op een snelle en eenvoudige manier kennis kunt nemen van de duiven en verzorging van duizenden duivenliefhebbers van over de hele wereld. Maar niet alleen op de sites van duivenliefhebbers zelf, maar ook op die van verenigingen, afdelingen, fondclubs, veilingsites, duivenforums, duivenstartpagina’s, kweekcentra’s, firma’s in duivensportproducten, kun je je kennis goed bijspijkeren. Het is teveel om op te noemen en er is voor elk wat wils. De afgelopen periode had ik regelmatig contact met de eigenaar/beheerder van een duivensportwebsite die een breed scala van postduivenactualiteiten aanbiedt zoals nieuws over allerhande duivensportzaken, columns en weekberichten van een kleine 30 tal columnisten, een kleine honderd liefhebbers die zichzelf voorstellen, en reportages. Het betreft de website www.duivenvlucht.nl De man achter deze website is Harco Poelman uit Erica. Harco is 34 jaar en runt een eigen bedrijf in website beheer.

Harco die sinds 2007 lid is geworden van de toenmalige combinatie Poelman/van der Kolk, heeft duivenvlucht.nl opgezet omdat hij indertijd vond dat er nog te weinig op internet te vinden was voor duivenliefhebbers. Zijn bedoeling met duivenvlucht.nl is om zoveel mogelijk gratis nieuws voor alle liefhebbers te verstrekken, met als doel de onbekende kleine liefhebber ook wat meer in de belangstelling te zetten. Nadat Harco duivenvlucht.nl heeft opgezet zijn er meerdere van dit soort sites opgezet zoals Duivenvaria, Duivenforum, MSN Duivensport etc. Overigens ziet Harco deze andere duivensites niet als concurrenten maar als collega’s. Hij heeft met zijn collega’s van MSN Duivensport ook af en toe contact en doet zelfs mee aan hun Duivenruil. Harco streeft er wel naar dat de columnisten die op zijn sites stukjes of columns plaatsen, niet ook bij zijn collega’s hun columns plaatsen. Hij wil proberen zich op deze manier enigszins te onderscheiden van zijn collega’s. Naast het beheer van Duivenvlucht.nl beheert Harco ook de website Duivenveilen.nl en bouwt hij websites voor duivenliefhebbers.

Harco leest zelf ook veel over duiven op internet en probeert vooral om meer te weten te komen over hoe duivenliefhebbers/kampioenen hun duiven beoordelen, waar een goede duif aan moet voldoen, hoe deze aanvoelt en er uitziet. Daarnaast beleeft hij ook plezier aan de discussies die soms ontstaan n.a.v. op zijn website geplaatste stukjes.

Zoals gezegd vliegt Harco samen met zijn vader Ep in combinatie. Zijn vader Ep is de kenner van hun beiden. Hij is hokverzorger geweest op verschillende hokken zoals bij G. Doek en Zn en Jos van der Kolk. Ep heeft grote successen gekend in de duivensport en vergaarde zich in de jaren 90 vooral met de Black Power grote roem in binnen en buitenland. In november 1997 verkocht Ep om persoonlijke redenen al zijn duiven. Het was een kleine kolonie van bijzondere eendaagse fondvliegers die bij zwaar weer op de 700 kilometer vluchten voor bijzondere prestaties zorgden. Deze kolonie had Ep opgebouwd uit een basiskoppel Janssen x Meulemans. Uit dit koppel kweekte Ep de Black Power die op zijn totale verkoop naar Gerard Koopman verhuisde, maar ook de Superas 660 die o.a. 1e asduif van de afdeling was en verkocht werd aan Foppe van der Meer, die er zeer succesvol mee was. Die kweekte er o.a. de “Shaquile” (2 x teletekst) en “de 620” (2 x 1e in groot verband) uit en de Superas 660 werd o.a. grootvader van de 4e beste doffer van Nederland 2007. Maar de roem van Black Power is onovertroffen als superkweker. De Black Power heeft inmiddels bij Gerard Koopman voor vele nazaten gezorgd die over de hele wereld zijn uitgezwermd. Vele honderden topduiven voeren het bloed van de Black Power in hun stamboom. Enkele beroemde nazaten zijn Amoré (1e asduif eendaagse fond NL 2002) bij Koopman, Solange (1e asduif midfond NPO en 1e nationale asduif All Round WHZB mei 2008) bij Verkerk en de 907 van Amoré’s Dirk (1e beste doffer van NL 2007) van Cor Leijtens.

Sinds een paar jaar proberen Ep en Harco weer een stam duiven op te bouwen met broers, een dochter en kleinkinderen van de Black Power. Momenteel bestaat de helft van de kolonie uit nazaten van de oude stam (voor een deel via Alfred Strijker), aangevuld met duiven van o.a. Frans Rondags, Wim Clermonts, S.D. Wierstra, e.a. De eerste mooie successen zijn alweer binnengehaald met o.a. een 1e Duffel van Afdeling 10 tegen 11.572 duiven en vele prijzen bij de eerste 10 in het ACG tegen gemiddeld 2000 duiven. Ook op de NPO vluchten zijn al enkele kopprijzen gepakt zoals de 7e Nationaal Morlincourt (Derby der Junioren), 10e Nationaal Frankfurt an der Oder, 26e NPO Breuil-le-Vert tegen 6254 duiven, 28e & 32e NPO Pithiviers tegen 8855d en 29e, 31e, 33e en 37e Nat Morlincourt tegen 11427 duiven. Als deze lijn zich zo doorzet (en ik heb daar vertrouwen in), dan zullen er nog vele mooie resultaten volgen en wellicht worden de successen uit de glorietijd zelfs overtroffen.


25 november 2011

Willie v.d. Boogaard - Maaskantje / Specialisatie onvermijdelijk

De laatste maanden wordt er in duivensportland heel wat afgeschreven over een eerlijker duivensport. Op websites, duivenforums en in de duivenpers. Iedereen heeft er wel een mening over. De artikelen van Martin van Zon vond ik erg plezierig om te lezen. Hij belicht een belangrijke kant van de kwestie, de trek en invloed van de massa daarop. Gert Jan Beute beschreef een andere kant, namelijk de wil en mentaliteit van de liefhebber om te winnen. En zo zijn er nog meer invalshoeken om naar deze kwestie te kijken, zoals de beschikbare tijd die je als liefhebber voor je duiven hebt en tal van andere grote en kleine verschillen die van invloed zijn op de mate van eerlijkheid van de sport.

Een eerlijker duivensport zal voor een belangrijk deel door de organisatie, dus van bovenaf nagestreefd moeten worden. Zoals de NPO ook beschrijft in het document Vlucht naar de toekomst: “het creëren van meer gelijke kansen”. Maar de liefhebber zelf kan ook wel wat doen om zichzelf aan een betere startpositie te helpen. Klagen over de oneerlijke concurrentie aan de bar is misschien wel eens nuttig om je hart te luchten. Maar met klagen verander je niets aan je eigen situatie. Je zult zelf stappen moeten ondernemen. Een van de voorwaarden om echt succesvol te zijn in de duivensport anno 2012 is specialisatie, zeker als je niet beschikt over tientallen meters hok en een zee van tijd. Een korte blik op de tussenstanden van de beste duiven bij WHZB van 2011 maakt dit al duidelijk. Tussen - en vaak ook voor- de ”groten” staan veel “gewone” liefhebbers. Maar onder deze “gewone” liefhebbers zie ik wel veel specialisten, d.w.z. liefhebbers die zich toeleggen op een bepaald onderdeel.

Wat doet een specialist anders dan de ouderwetse programmaspeler? Allereerst vraagt hij zich al bij de voorbereiding van het seizoen af wat zijn doel wordt voor het komende vliegseizoen. Het is anno 2011 noodzakelijk om van te voren alvast te kijken op welke vluchten je wilt pieken en niet blind te beginnen aan een seizoen en dan maar kijken waar het schip strand. Ik geef dat steeds aan wanneer een kleinere liefhebber met beperkte middelen (ruimte, geld, duiven, hokken) mij om advies vraagt. En als je dan besluit om je te specialiseren, kies dan ook een specialisatie waarop je kans van slagen maakt. Als je in je club moet opboksen tegen grote kampioenen die in de trek liggen en jij ligt daar niet, ga je dan niet toeleggen op de vitesse/midfond. Iedereen die duiven heeft weet dat wind en ligging dit soort vluchten nou eenmaal in veel te grote mate beïnvloeden.

Een van de liefhebbers waarmee ik over dit onderwerp sprak de afgelopen periode was Willie van de Boogaard uit Maaskantje. Willie is een veertiger die ruim 20 jaar in de duivensport actief is.  Met zo’n 18 koppels vliegers en een zelfde aantal kwekers behoort hij tot de gemiddelde liefhebber. Hij is lid van een vereniging waar op de kortere vluchten twee tophokken domineren. Namen die ook landelijk zeer bekend zijn, namelijk Team GPS en de combinatie Wellens. Willie weet wel regelmatig een duif aan de kop te draaien als de omstandigheden/wind gunstig voor hem zijn. Maar deze mannen te verslaan bij de kampioenschapschappen is een vrijwel onmogelijke opdracht. Neem bijvoorbeeld de uitslag van Strombeek jonge duiven op 3 juli. Er waren 394 duiven ingekorfd van 13 liefhebbers. De top tien was als volgt: 1e Comb. Wellens en 2 t/m 10 van Team GPS. Bij de eerste 45 duiven weten maar 5 liefhebbers zich te klasseren. 34 prijzen voor Team GPS, 6 x voor Comb Wellens, 3 x voor Comb. Noni, 1x voor A. v.d. Heijden en 1 x voor M. Sips. En deze uitslag is beslist geen uitzondering.

Wanneer je genoegen neemt met die momenten dat de ligging en windrichting gunstig zijn waardoor ook jij kop kan vliegen en het dus accepteert dat een prijs 1 op 10 vliegen alleen mogelijk is als de omstandigheden gunstig zijn, is dat natuurlijk prima. Ik zelf kan me dat moeilijk voorstellen, maar niet iedereen heeft nu eenmaal een winnaarsmentaliteit en daar profiteren de winnaars dan weer van.

In gesprek met Willie over deze materie werd echter duidelijk dat het moment voor hem bereikt is om nog langer tegen beter weten in deze ongelijke strijd aan te gaan. Ook hij zal zich de komende tijd gaan specialiseren op die onderdelen waarop hij nu ook al redelijk kan meekomen. Door zich daar helemaal op te gaan toeleggen zal het aantal successen op die disciplines vrijwel zeker gaan toenemen, voorspel ik.


4 november 2011

Willem van der Veer- 2e Exloërmond / PV Airsport een postduivenvereniging voor wie niet vliegt

Door mijn activiteiten als de-duivencoach.nl kom ik regelmatig weer in contact met oude kennissen met wie het contact tientallen jaren verbroken is geweest. Zo kwam ik onlangs weer in contact met Willem van der Veer. Willem is een zeventiger die zijn hele leven postduiven heeft gehad en vooral op bestuurlijk niveau hiermee actief is geweest.

Mijn eerste contact met Willem van der Veer dateert van 40 jaar geleden. Toen ik in 1972 op 15 jarige leeftijd met mijn ouders in Aalsmeer kwam wonen was dat een echt duivenbolwerk. Liefhebbers als Janus Sprenkels, Gebroeders van Zelderen, Cor Buis, Bosman, Buskermolen en de later naar Putten verhuisde fondspeler Jan van Berkel genoten landelijke bekendheid. Door een toevalligheid werd ik echter geen lid van een vereniging in Aalsmeer maar van een kleine vereniging op Schiphol genaamd PV Airsport. Deze vereniging was het jaar daarvoor opgericht als onderdeel van de sport en ontspanningsvereniging Luchthaven Schiphol. De secretaris van PV Airsport was Willem van der Veer.

Nu in 2011 bestaat PV Airsport nog steeds en is Willem van der Veer hier ook nog steeds secretaris van. Echter PV Airsport is al lang niet meer gevestigd op Schiphol, maar is een landelijke vereniging geworden. Reeds in de beginperiode waren er problemen met het vinden van aansluiting bij een afdeling omdat de leden in het werkgebied van 5 verschillende afdelingen woonachtig waren. Er kon enkele jaren wel in verenigingsverband gevlogen worden, omdat Airsport de duiven mee mocht verzenden met de toenmalige RPB. Zelf ben ik indertijd verschillende keren mee geweest om de duiven van de vereniging in Noordwijk te brengen. Ook werden er in die periode een paar vittessevluchten georganiseerd waaraan ook leden van omliggende verenigingen mochten meedoen. Op één van die vluchten won ik als 15 jarig jeugdlid een mooi geldbedrag. Ik bewaar dus mooie herinneringen aan deze club.

Omdat er dus alleen in verenigingsverband kon worden deelgenomen aan wedstrijden was er te weinig belangstelling voor een lidmaatschap bij Airsport. Uiteindelijk besloot het bestuur dan ook om met de wedvluchten te stoppen. Gedurende de jaren daarna werden er diverse activiteiten ontplooid zoals ruil- en verkoopbeurzen en tentoonstellingen. Toen in 1992 de sport en ontspanningsvereniging Luchthaven Schiphol werd opgeheven, werd uitgeweken naar het Dorpshuis in Badhoevedorp. In 1993 verhuisde Airsport mee met Willem naar Drenthe toen deze met de VUT ging.

PV Airsport is zoals gezegd nu dus al jaren een landelijke vereniging met 75 leden verspreid over het hele land. Voor liefhebbers van postduiven die niet met hun duiven aan wedstrijden deelnemen zoals fokkers van kleurpostduiven, fokkers van witte postduiven voor bruiloften en andere evenementen, tentoonstellingsfokkers, kwekers die jonge postduiven kweken puur voor de verkoop, kweekstations, etc. een goed alternatief. Als lid van Airsport ben je ook gewoon lid van de NPO en kun je dus ook ringen bestellen. De contributie bij PV Airsport ligt een stuk lager dan van een gemiddelde postduivenvereniging waar je wel met je duiven aan wedstrijden kunt deelnemen.

Willem voorziet met “zijn” Airsport beslist in een behoefte. Ik verwacht dat als de vereniging meer bekendheid zou genieten, door o.a. een website op te zetten, het aantal leden wel eens flink zou kunnen toenemen.


15 oktober 2011

Kees van der Donk - Schijndel / Enthousiasme en aandacht

Vorig jaar om deze tijd schreef ik over een liefhebber uit Friesland die de duivensport helemaal zat leek te zijn en zich afvroeg wat er nog leuk was aan de duivensport. De man had veel tegenslagen gehad en had de hoop om mee te kunnen doen met de “groten” al opgegeven. Hoe de desbetreffende liefhebber het dit afgelopen jaar heeft gedaan weet ik niet. Ik hoop dat hij toch doorgezet heeft en ook eens van het succes heeft mogen proeven.

Begin augustus kreeg ik een mailtje van een liefhebber uit Schijndel met soortgelijke strekking. Hij vroeg me of ik kans zag om hem zo aan het einde van het jonge duivenseizoen nog aan een paar successen te kunnen helpen. Dit soort uitdagingen ga ik graag aan en ik vroeg de betreffende liefhebber (Kees van der Donk) om mij foto’s te sturen van zijn hok en duiven. Dit omdat de natour bijna was gestart en tijd om een hokbezoek te brengen op zo’n korte termijn er niet was. De duiven verkeerden zo te zien in een niet veel betere stemming als hun baas. Echter toen ik mijn plannen ontvouwde sloeg de stemming bij de baas gelukkig om in enthousiasme. Met dat enthousiasme werden een aantal noodzakelijke stappen gezet met als gevolg dat de duiven er ook zin in gingen krijgen en de eerste natourvlucht direct al succesvol was. Gevolg nog meer inzet van de baas en nog meer resultaat bij de 2e natourvlucht, namelijk o.a. de 1e en 2e in de club alsmede de 1e in het rayon. Om een lang verhaal kort te maken. Kees eindigde in zijn vereniging uiteindelijk met de 1e duifkampioen natour, 2e aangewezen en 3e onaangewezen.

Met het bovenstaande wil ik zeker niet zeggen dat ik het allemaal zo goed weet. Maar het dient als voorbeeld om te laten zien dat succes begint met enthousiasme en het zien van mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Plezier van je hobby/sport beleven begint mijn inziens met enthousiasme. Enthousiasme om er tijd en energie in te steken en daarnaast ook te genieten van de activiteiten die je met en voor de duiven onderneemt. Het is de kunst om ook van de weg naar het succes te kunnen genieten. Het bezig zijn met je duiven, wat extra aandacht aan ze geven, met ze spelen, een korreltje voer of een pinda uit je mond laten pikken, enz. geeft je zelf als het goed is ook al extra plezier. En dat dit zich dan in de meeste gevallen ook nog terugbetaald in meer succes (vooral met jonge duiven) is dan een extra stimulans voor de liefhebber om er nog een schepje bovenop te doen. In de reportage over Leo Heremans van afgelopen week in het Spoor der Kampioenen wordt dit aspect (m.i. één van de sleutels tot succes) ook uitgebreid beschreven, een aanrader dit artikel!

Kees, die de afgelopen jaren zijn plezier aan de duivensport voornamelijk ontleende aan activiteiten achter de computer (website van de vereniging beheren, de werkzaamheden met de computer bij de vereniging te verrichten, andere liefhebbers helpen met de computer, enz.), beleeft nu gelukkig ook weer plezier aan zijn duiven zelf en hopelijk blijft hij dit nog lang doen.


30 september 2011

G. Vos – Meppel / Maak de duivensport aantrekkelijker

Een paar weken geleden had ik een bijzondere ontmoeting. Op een bankje bij de kerk op de Markt in mijn woonplaats Meppel trof ik een oude man aan die de verwilderde duiven zat te voeren. Ik raakte met hem aan de praat. Zijn naam was Gugje Vos en hij vertelde dat 90 jaar oud was en in de zomermaanden bijna elke dag naar de markt komt om de duiven te voeren. Ik vertelde de man wie ik was. Een dag later stond hij bij me aan de deur en vroeg me of ik belangstelling had in een aantal duivenboeken. Dat had ik. Ik ben vervolgens met hem mee gegaan naar zijn bejaardenwoning en daar heb ik een genoeglijke middag met hem doorgebracht en uren met hem gesproken over de duivensport waar hij nog steeds vol van zit, ondanks dat hij zelf geen duiven meer heeft. Wel is hij nog steeds lid van PV de Valk in Meppel en verzorgt af en toe de duiven van zijn schoonzoon die een bestuursfunctie in die club bekleedt.

De heer Vos is in Meppel geboren en heeft hier zijn hele leven gewoond. Hij heeft vanaf zijn 12e duiven gehad tot voorbij zijn tachtigste. Hij is al tientallen jaren lid van PV de Valk en is tussendoor ook nog lid van een andere vereniging geweest, zowel in Meppel als in Heerde, waar hij nadat hij met de VUT ging in de zomermaanden op een camping stond. De heer Vos kwam bij velen groten in de duivensport over de vloer en werd gevraagd om te selecteren en te koppelen in de verre omtrek. Enkele grote namen uit de duivenhistorie waar hij geregeld over de vloer kwam, zijn Jac Wolf - Wezep, Wigmans – Hoorn, Hornstra – Amsterdam en Gerhards – Amsterdam. Hij is ruim 20 jaar hokverzorger geweest bij Keizer in Meppel die jarenlang - voor en na de oorlog - een grote kampioen in Noord Nederland was. Op zijn hokken speelde de heer Vos als één der eersten in Nederland op weduwschap. Vele kampioenschappen werden behaald, als mede ook kopprijzen op de legendarische vluchten vanuit Rome en San Sebastiaan. Zijn grootste succes op eigen hok was de 1e en 3e nationaal Orleans jonge duiven.

De heer Vos kan wel dagen achtereen over de duivensport vertellen. Helaas voor hem kan hij zijn verhalen niet vaak meer kwijt. Het zou mooi zijn als er voor oudere liefhebbers als Vos wat meer mogelijkheden waren om meer betrokken bij de sport te kunnen blijven, ook al kunnen ze zelf niet meer met duiven spelen. Ik (en met mij vele anderen) heb er al vaak voor gepleit om de verenigingslokalen van duivenclubs in grote en middelgrote plaatsen om te bouwen als een soort clubhuis dat dagelijks open is. Maak er een laagdrempelig aanloophuis van waar men een versnapering voor een zacht prijsje kan krijgen en gelijktijdig ervaringen kan uitwisselen. Verkoop er specifieke duivenproducten, maak er tevens een verzamelpunt van (kleinschalig centraal hok) voor verdwaalde duiven, zet er een hok op met duiven op naam van de club waar een aantal liefhebbers hun krachten kunnen bundelen en/of duiven kweken voor eenhoksraces, enz. Zo zijn er wel tientallen activiteiten te bedenken waar je een duivenvereniging nieuwe stijl mee kunt optuigen. Een regelmatig terugkerende opmerking op duivenforums en in reportages is dat er meer gezelligheid in de club moet komen. Daar zullen verenigingen zich dan echter wel sterk voor moeten maken, vooral met activiteiten naast de gewone zaken als het inkorven, klokken afslaan, een tentoonstelling en een kaartclubje in de winter. Zo’n clubhuis dat dagelijks open is trekt ook nieuwe leden aan of herintreders. Mensen als Vos die in een bejaardenhuis wonen hebben veel behoefte aan een dergelijk trefpunt, maar ook anderen die om wat voor reden dan ook gestopt zijn met de duivensport zullen dan wel eens het clubhuis binnenlopen, waaronder ouderen en anderen die niet meer aan het arbeidsproces deelnemen. Een bijkomend voordeel hiervan is dat er veel meer vrijwilligers zijn voor allerlei activiteiten. Nu komt immers heel veel steeds op dezelfde mensen neer. Er zijn in den lande al verenigingen die ervaring hebben met het dagelijks openstellen van het clublokaal, zowel positief als negatief (bijvoorbeeld dat niet duivenliefhebbers hier alleen maar komen als alternatief voor de kroeg en de meerderheid gaan vormen van de bezoekers). Het zou goed zijn voor de duivensport als deze ervaringen worden geïventariseerd zodat andere verenigingen van deze ervaringen kunnen leren en daar hun voordeel mee doen in het belang van het behoud van de duivensport. De duivensport begint in je eigen woonplaats en in je eigen club. Als het daar goed draait is dat een opstapje naar een beter functioneren van de gehele Nederlandse duivensport.


11 september 2011

Peter Bruls - Roermond / Duivenverkoop via Internet (Duivenmarktplaats.nl)

Er wordt op internet veel gehandeld in duiven. Diverse veilingsites hebben hier handig op ingespeeld. Voor de meeste veilingsites dient de verkoper te betalen zoals bij Toppigeons, GPS, IPC, Duiven.net, Duivenveilen.nl, PigeonPlaza, enz. Maar er zijn ook een paar gratis veilingsites waarvan de meest bekendste Duivenmarktplaats.nl is. De eigenaar van Duivenmarktplaats.nl is Peter Bruls, een zestiger uit Roermond. Peter is daarnaast ook de beheerder van de startpagina duivenstartkabel. Omdat ik had begrepen dat Peter Duivenmarktplaats.nl uit zuiver idealistische overwegingen heeft opgezet, was ik nieuwsgierig naar deze man geworden en nam ik contact met hem op. Vanaf die tijd hebben we vrij regelmatig mailcontact.

Peter heeft sinds een jaar of 6 geen duiven meer. Hij is een kleine 15 jaar actief met de sport bezig geweest, met wisselend succes. De laatste 4 jaar werden op de overnachting heel redelijke uitslagen behaald. Hij mistte zelfs een paar keer op een haar een teletekstvermelding. Op een gegeven moment kreeg Peter echter gezondheidsproblemen waardoor hij niet meer in staat was om goed voor zijn duiven te verzorgen en besloot hij de duiven weg te doen. Hij beheerde toen al enige tijd de startpagina duivenstartkabel en toen hij op een gegeven moment de vraag kreeg om een advertentie te plaatsen en daar gevolg aan gaf, werd de vraag om advertenties te plaatsen zo groot dat dit niet strookte met wat de eigenaar van de startpagina wil. Hierdoor ontstond bij Peter het idee voor een nieuwe site waarvan hij zelf eigenaar was en zodoende kon plaatsen wat hij wilde. En dat werd Duivenmarktplaats.nl. Daarnaast is Peter ook eigenaar van duivenmarktplaats.com en duivenmarktplaats.eu. Op deze manier blijft Peter betrokken bij de duivensport en onderhoudt hij veel plezierige contacten met duivenliefhebbers in ons land en omringende landen.

Op Duivenmarktplaats.nl worden vooral advertenties geplaatst van en voor duivenliefhebbers met een niet al te grote beurs. Feitelijk is deze site bedoeld voor de niet al te commercieel ingestelde duivenliefhebber. Behalve advertenties van duiven, hokken, broedbakken, roosters, kloksystemen en vele andere duivenproducten plaatst Peter op zijn site ook verenigingsuitslagen, links naar allerlei artikelen over de duivensport, vermistte en gevonden duiven, veilingen van bonnen voor verenigingen, enz. Overigens is Peter wel selectief in de stukken en advertenties die hij plaatst. Zijn uitgangspunt is dat de kleine liefhebber er iets uit moet kunnen halen dat hij/zij kan gebruiken op eigen hok. Eigenlijk tot verbazing van Peter blijft zijn site nog steeds groeien zonder dat hij er ooit reclame voor heeft gemaakt, “Het is allemaal vanzelf gegaan, het een bracht het ander voort en er komen steeds nieuwe dingen bij”.

Peter die een fulltime baan heeft, steekt bijna al zijn vrije tijd in de website. Feitelijk besteed hij gemiddeld net zo veel tijd aan duivenmarktplaats.nl als dat hij anders aan zijn duiven zou besteden. Daarnaast steekt ook zijn dochter Samantha geregeld een helpende hand toe. In het voorjaar en najaar heeft hij het vooral druk met de advertenties en in het vliegseizoen besteed hij veel tijd aan het plaatsen van uitslagen. Een groot aantal verenigingen stuurt hem daarvoor wekelijks de uitslagen en met veel knip en plakwerk plaatst Peter die dan weer op zijn website. Een tijdrovend klusje maar hij oogst hiervoor veel waardering en heeft hierdoor veel leuke en gezellige contacten. Met hulp van deze contacten zet Peter acties op voor vooral jeugd, beginners en herstarters. Verder is hij voortdurend op zoek naar dingen die zijn site nog interessanter maken.

Peter geeft aan dat hij in het begin dat hij met gratis veilingen begon en zijn site wat begon te lopen, nog wel eens het verwijt van verschillende veilingsites kreeg dat hij hun markt kapot zou maken. Inmiddels is Duivenmarktplaats.nl echter volledig geaccepteerd en plaatst Peter ook regelmatig een link naar een betaalde veilingsite, meestal op verzoek van de betreffende liefhebber.

Ik ben van mening dat Peter een waardevolle bijdrage levert aan het behoud van de duivensport. Vooral omdat zijn uitgangspunt is dat hij geen winstbejag nastreeft maar zoveel mogelijk “kleine mannen” bij de sport wil houden. Ik hoop dat Peter hier nog lang mee door zal gaan. Tot slot een reactie van Peter op een door mij recent gelezen opmerking over duivenmarktplaats.nl namelijk dat iets wat gratis is kan nooit goed zijn. Peter geeft het volgende antwoord: “Ik geniet elke dag van mijn activiteiten met duivenmarktplaats.nl en de grote hoeveelheid positieve reacties die ik dagelijks ontvang. Daar doe ik het voor. Ik heb er geen enkel probleem mee dat er kritiek op duivenmarktplaats.nl is. Het is immers onmogelijk om iedereen tevreden te stellen. Wel zou ik het erg fijn vinden als men kritiek heeft dat ik dat rechtstreeks zou horen, want alleen dan kan ik er iets mee doen.”


29 augustus 2011

Willem Mielekamp en Brenda Hendriks - Winterswijk / Meulemans en Spaanse Kroppers

Zo lang ik nu als de-duivencoach.nl actief ben, ontmoet ik steeds meer mensen die erg veel plezier aan de duivensport beleven zonder dat zij aan wedstrijden deelnemen. Dit geldt ook voor Willem en Brenda Mielekamp uit Winterswijk. Willem zijn liefhebberij is het kweken van Meulemans duiven uit de oude lijnen. Zijn vrouw Brenda fokt Spaanse kroppers namelijk Laudino Sevillano’s. Dus we hebben hier met een echt duivenliefhebberskoppel te maken.

Ik ken Willem nog uit de beginjaren 80 toen hij net als ik reportages maakte voor de Vredesduif. Na die tijd was ik hem uit het oog verloren maar sinds ongeveer een jaar is er weer regelmatig contact. Willem heeft al vanaf zijn 6e jaar duiven. In 1969 is hij begonnen met vliegen. Zowel op eigen hok, als hokverzorger bij twee verschillende liefhebbers in Eibergen en in combinatie met Jan Dielen in Winterwijk werden verschillende successen behaald. In 1995 heeft Willem voor het laatst serieus meegevlogen en dat jaar zette hij nog zeer goede prestaties neer met zijn jonge duiven. Met 13 jonge duiven speelde hij 6 x de 1e, 2 x de 2e en 1x de 3e prijs op 9 vluchten met op nationaal Troyes op een haar na alle 13 in de prijzen.

Willem is al sinds 1982 een grote fan van de Meulemansduiven en dan vooral van de Choco’s. Zijn eerste Meulemans duiven kwamen van wijlen Benny Ebbers uit Diepenheim. Deze was goed bevriend was met Karel Meulemans en had minstens 50 rechtstreekse van de kampioen uit Arendonk zitten! De Meulemansen die zijn hokken vandaag de dag bevolken zijn op een paar na niet 100 % zuiver meer, maar ze worden wel zo zuiver mogelijk gehouden. Zijn huidige duivenbestand bestaat naast afstammelingen van zijn toppers uit het verleden zoals van de 471 die op St Vincent de 1e in de Achterhoek vloog en ook een 1e prijs vanuit Roodeschool, uit nazaten van duiven van Gerritsen- Looijengoed, de 122 van Jan de Ruiter (H. Eijerkamp), Eddy Grens en Willie Bronkhorst (van Vliet uit Schoonhoven en Bakker uit Lemmer). Een lijn die ook zeer goede nazaten geeft is die van de 3e vitessekampioen WHZB van Nieuwenhuis en Zn uit Twello.

Willem vliegt zelf zoals gezegd vanaf 1995 niet meer met zijn duiven, maar hij wil beslist niet alleen maar mooie duiven met klinkende stamkaarten die geen uitslag kunnen raken. Hij hecht er veel waarde aan dat de goede vliegeigenschappen bewaard blijven. Daarvoor worden er regelmatig jongen van goede duiven met Meulemansbloed in gebracht en worden de jongen getest bij bevriende melkers. Ook worden er veel duiven verkocht naar binnen en buitenland. In Engeland, Malta, Amerika, Tsjechie, Belgie, Duitsland, Kuweit en Ierland vliegen er Meulemansen van Willem rond en die doen het er ook goed tot zeer goed. Zowel in Engeland als in Duitsland worden er duifkampioenen gekweekt uit de duiven die bij Willem zijn aangeschaft. Om te voorkomen dat er te nauw wordt ingeteeld heeft Willem recent enkele duiven uit de lijn van de 019 Janssen en uit de lijn van de Mister Bond van Eijerkamp, alsmede uit de lijn van de Witbuik van Cees Gyzen bijgehaald, om enkele kruisingsprodukten te kweken. De beste hiervan worden nadat ze uitgetest zijn bij bevriende melkers weer tegen de bijna zuivere Meulemansen gezet.

Door het uittesten bij andere liefhebbers en de verkoop en ruiling van jonge duiven blijft Willem goed op de hoogte van de kweekwaarde van zijn duiven. Om toch ook zelf nog de spanning te kunnen proeven van het wedstrijdvliegen hebben Willem en Brenda dit jaar voor het eerst meegedaan aan een eenhoksrace in Portugal (Cartaxo). Dat vonden ze een erg mooie ervaring en ze kijken met tevredenheid terug op de daar behaalde resultaten van hun Meulenmansen die op één na allen een recessief rode Meulemans als ouder hebben. Vijf van de zes door hen ingezonden duiven kwamen goed naar huis met o.a. een 3e en 26e tegen gemiddeld 550 duiven. Op de eindrace die onder zware omstandigheden werd vervlogen (32 graden en kopwind) behaalden ze de 31e plaats. Hun beste duif eindigde als 14e asduif (lijn Nieuwenhuis).

Brenda is ook succesvol met haar Spaanse kroppers. Ondanks dat ze die nog maar iets langer dan een jaar fokt heeft ze het al gepresteerd om met een zelf gefokte Laudino Sevillano het predikaat Uitmuntend te behalen met een Ere-certificaat van de NBS (Nederlandse Bond voor Sierduiven). Als voormalig kattenfokster is het fokken en exposeren van dieren haar niet vreemd, maar een dergelijke snelle zege kwam voor Brenda toch als een grote verrassing.

Ook Brenda heeft een voorkeur voor rood. Ze heeft haar basisduiven in Spanje aangeschaft, via Senor Andres Rodriguez Nunez uit Malaga. Prachtige rode duiven met een heel intens warm-rode kleur. Brenda is harstikke gek met de duiven en deze ook met haar. Dit soort duiven is van nature erg aanhankelijk en ze laten zich graag aanhalen. Binnenkort heeft ze weer een show met haar “rode leger”. Ik wens haar alvast veel succes.

Voor Willem staat vooralsnog het kweken van Meulemans duiven voorop, (liefst Choco’s en genopten) maar in de toekomst is het de bedoeling om te verhuizen, en dan zal hij samen met Brenda waarschijnlijk ook weer gaan deelnemen aan wedstrijden vanaf het nieuwe adres.


14 augustus 2011

Victor Luinenburg – Jonkerslân / Jeugd en Duivensport (2)

Ik bezoek en begeleid graag jeugdliefhebbers, vooral als die erg enthousiast zijn. Hoewel ik zelf niet in Friesland woon, spelen bijna alle jeugdleden waar ik tot nu toe ben geweest in de afdeling Friesland 96. Op 28 juni schreef ik over mijn bezoek aan de 15 jarige Allert Turksma in Wommels, een beginner in de duivensport. Deze keer staat Victor Luinenburg uit Jonkerslân in de schijnwerpers. Dat kun je geen beginner meer noemen ondanks dat hij ook pas 15 jaar is. Victor is misschien wel één van de meest succesvolle jeugdleden van alle jeugdleden in de afdeling Friesland van de afgelopen 5 jaar. Victor die al vanaf zijn 7e jaar duiven heeft en sinds 2002 als jeugdlid meedoet heeft al verschillende kampioenschappen behaald en prachtige uitslagen neergezet.

Een aantal aansprekende successen (vanaf zijn 10e jaar) zijn:

2005 een 4e nationaal Poitiers

2006 2e onaangewezen en 1e aangewezen jong in de vereniging

2007 Jeugd afdeling Friesland96: 3e keizer en bij de nationale kampioenschappen jeugd: 2e nationaal kampioen jonge duiven en 2e en 3e duifkampioen nationaal jonge duiven

2008 Jeugd afdeling Friesland96: 1e onaangewezen vitesse, 1e onaangewezen midfond, 1e aangewezen midfond, en 2e onaangewezen generaal. En 3e beste jeugdliefhebber bij WHZB (Wie Heeft Ze Beter) van heel Nederland met ook de 3e beste duivinnen van de NL jeugd.

Victor is door zijn vader in de duivenwereld gerold. Hij is een zoon van Sijmen Luinenburg een bekende fondspeler in Friesland en bestuurslid van de Friese Fondclub. Hoewel Victor uiteraard wel de volledige steun van zijn vader krijgt bij de uitoefening van zijn hobby, is het niet zo dat Sijmen veel invloed uitoefent op de manier waarop Victor zijn duiven verzorgt. Victor heeft inmiddels een leeftijd dat hij goed in staat kan worden geacht de juiste dingen te doen. Sijmen helpt hem alleen nog als Victor er om vraagt en dat doet Victor niet zo snel. Natuurlijk hielp Sijmen hem de eerste jaren veel vaker toen hij nog erg jong was. Zoals Victor zelf zegt heeft hij het meeste van zijn vader geleerd. In beginperiode vroeg hij hem nog veel om advies, dat doet hij nu veel minder. Hij wil nu meer zelf uitzoeken en uitproberen, zeg maar zijn eigen weg vinden. En dat gaat net als met de meesten van ons met vallen en opstaan. Na zijn succesvolle jaren lijkt nu een periode aangebroken te zijn waarop het allemaal wat minder gaat dan voorheen. Er lijkt sinds 2009 een dalende lijn te zijn ingezet. Voor Victor is dit echter absoluut geen reden om er mee te stoppen. Het dagelijks bezig zijn met de duiven verschaft hem op zich al erg veel plezier, maar natuurlijk wil hij graag de weg omhoog weer terug vinden. Hij zegt hier zelf o.a. het volgende over: “Allereerst heb ik minder tijd besteed aan mijn duiven dan dat ik de jaren hiervoor deed. Daarnaast heb ik de afgelopen jaren weinig nieuwe aanwas gehad en zit ik met teveel oudere duiven op het vlieghok omdat ik geen jongere had om ze te vervangen. Oorzaken van te weinig aanwas zijn veel verliezen van jonge duiven als gevolg van roofvogels en het niet 100 % kunnen krijgen van de jonge duiven. Het moeilijkst aan de duivensport vind ik de manier om je de duiven weer goed te krijgen als het even wat minder gaat zoals nu het geval is bij mijzelf.”

Ik heb uiteraard zelf ook mijn gedachten over de verminderde prestaties van zijn duiven en heb mijn ideeën daarover natuurlijk met Victor gedeeld. Het inzicht dat bij mij ontstond naar aanleiding van de discussie die daar uit voortkwam, was dat juist de karaktereigenschap die hem mijn inziens tot een winnaar heeft gemaakt (vasthoudendheid/(eigen)wijsheid/niet zondermeer iets van een ander aannemen) nu tegen hem lijkt te werken. Natuurlijk hoort eigenwijsheid ook bij de levensfase die hij nu doormaakt (het puberen) maar toch ook lijkt het een karaktereigenschap die hij van nature in zich heeft. En kennelijk is dit een factor die ook bepaalt of je succesvol kan worden in de duivensport. Omdat dit mij intrigeerde heb ik doorgevraagd aan Victor hoe hij dit zelf ziet. Zijn antwoord verraste me, want ondanks dat hij (zoals hij zegt) zelden een duivenboek in heeft gekeken, geeft hij wel aan dat hij er wel steeds op uit is om te leren. Dat doet hij met name door de duiven goed te observeren. Hij is goed in staat om een duif in vorm te herkennen of te zien dat er iets mankeert. Dat is al een heel belangrijke vaardigheid. Als iemand er in slaagt om Victor een beetje bij te sturen of wanneer hij in een andere levensfase is aanbeland, zal hij zich tot één van de toekomstige kampioenen in de duivensport kunnen gaan ontwikkelen (voor zover de duivensport zelf een toekomst heeft). Ik hoop dat mee te mogen maken.


31 juli 2011

Gerard Schalkwijk (Travipharma) – Lopik / Zo dicht mogelijk bij de natuur blijven

Gerard Schalkwijk is vooral bekend als de man achter Travipharma een bedrijf dat zich gespecialiseerd heeft in veterinaire en gezondheidsproducten voor postduiven. Daarnaast speelt hij al jaren niet onverdienstelijk met zijn duiven. Van 1978 t/m 1994 samen met zijn vader op de programmavluchten en vanaf 2003 op de overnachtfond. Met zijn vader werden grote successen geboekt op alle disciplines. Sinds het overlijden van zijn vader is Gerard zich geheel op de grote fond gaan toeleggen. Dat hem dit ook goed afgaat is dit jaar al bewezen door o.a. met de “Rappe Ries” een TT vermelding op Orange te vliegen. Daarnaast had Gerard op nationaal Brive er 13 van de 20 in de prijzen en op St. Vincent 3 van de 4.  Ook doet Gerard al een aantal jaren mee aan verschillende eenhoksraces waarop hij ook al menige kopprijs gewonnen heeft. Zo had hij in 2008 de 1e asduif van Kalimanci. Van deze Bulgaarse eenhoksrace is hij sinds een paar jaar sponsor en zamelt hij de Nederlandse duiven in.

Gerard leeft letterlijk voor en van de duivensport. Met zijn bedrijf Travipharma levert hij producten aan duivenliefhebbers in zo’n 50 landen over de gehele wereld. Enerzijds zijn dit veterinaire producten waarvan de Paramix een zeer bekend en gewild product is. En anderzijds heeft Travipharma een goede naam op het gebied van gezondheidsproducten. Producten op natuurlijke basis die een gunstige werking hebben op de gezondheid van de duif. Gerards advies aan de duivensporter is om zo min mogelijk antibiotica te gebruiken maar zo dicht mogelijk bij de natuur te blijven. Er wordt tegenwoordig veel over natuurlijke middelen gesproken ter ondersteuning van de gezondheid van de postduif. In een tijd waarin dit nog veel minder aan de orde was, we hebben het over het einde van de jaren zeventig, werd door de Italiaan Eddie Traversari het bedrijf Travipharma opgericht. Dit bedrijf werd in 1988 door Gerard en zijn vader Ries overgenomen nadat Gerard net afgestudeerd was in de microbiologie met bacteriologisch/chemische achtergrond. 

Travipharma levert een groot assortiment gezondheidsproducten zoals conditiemix, ademhalingscomplex, Forte Vita, knoflook + ui, omega oliemix, provibac, etc. Gerard is niet de enige die dergelijke producten op de markt brengt. Vrijwel alle bedrijven in duivenproducten hebben tegenwoordig gezondheidsproducten in hun assortiment. Maar Travipharma is wel als één der eerste Nederlandse farmaceutische duivensportbedrijven begonnen met het op grote schaal produceren van gezondheidsproducten op natuurlijke basis. Hun Forte vita dat in 1980 op de markt kwam is nog steeds één van hun best verkopende producten. Ik vroeg aan Gerard of hij een idee heeft waarom een product als Forte-Vita al 30 jaar zo goed verkoopt. En wat is Forte-Vita voor middel en waarvoor dient het? Gerard gaf mij het volgende antwoord; “Forte-Vita is een krachtig conditie preparaat voor een goede gezondheid van de duif. Het elixer bevat mineralen, sporenelementen en uitgebalanceerde kruiden. Dit mengsel laat ik op organische zuren trekken om de essentiële ingrediënten uit de kruiden te halen. Forte- Vita dient ter ondersteuning van het weerstandsvermogen van het lichaam, bloedzuivering en het uithoudingsvermogen en ter versterking van de spijsvertering, donsrui en de algehele conditie. Het is aan te raden om Forte-Vita na een geneesmiddelen kuur tegen darmstoornissen en t.b.v. de algehele weerstand te gebruiken.”

Ik heb het genoegen gehad om zijn duiven te mogen beoordelen, en ik ben ervan overtuigd dat wanneer Gerard wat meer tijd zou kunnen vrijmaken voor zijn eigen duiven, er in Lopik nog vele grote successen zullen worden behaald. Uiteraard met wat hulp van de natuur. 


17 juli 2011

Toon en Barry Croes - Ulft / Kleurpostduiven

Duivenliefhebbers beleven op vele verschillende manieren plezier aan de duivensport. Dan doel ik niet alleen op de specialisatie in spelsoort. Maar er zijn liefhebbers die vooral plezier beleven aan het kweken van jonge duiven, of aan de omgang met hun duiven, aan het sociale contact in de vereniging of met andere liefhebbers, aan de tentoonstellingen en shows, aan het bekleden van een bestuursfunctie, het beheren van de bar, enz. enz. De meesten van hen combineren dit met het spelen van hun duiven. Maar daarnaast zijn er ook duivenliefhebbers die in het geheel geen wedstrijden vliegen met hun duiven. Hieronder zijn bijvoorbeeld de liefhebbers van showpostduiven die vooral in de wintermaanden met hun duiven hopen te pieken en de fokkers van kleurpostduiven. Van die laatste categorie kruiste onlangs de combinatie Croes uit Ulft mijn pad. Dit is een vader en zoon combinatie die helemaal bezeten zijn van duiven. Zoals zij zelf zeggen;“hier draait alles om de duiven, 365 dagen per jaar zijn we hier intensief mee bezig”.

Toon heeft in het verleden ongeveer 10 jaar postduiven gehad. Hij was bevriend met Jan le Comte die nog manager bij o.a. Eijerkamp en Freek Romein is geweest. Deze koppelde duiven voor zeer bekende liefhebbers en was tussenpersoon bij de verkoop van goede vliegers over de hele wereld. Met hem bezocht Toon indertijd verschillende hokken van wereldberoemde liefhebbers, voornamelijk in België. Daar bewaart hij mooie herinneringen aan. Zoon Barry heeft die postduiventijd niet bewust meegemaakt, maar hij is wel helemaal gek van duiven, maar dan vooral van het showen hiermee. Want naast de kleurpostduiven zitten hier Portugese Tuimelaars, Midsnavelige Weense tuimelaars, Amerikaanse Showracers en Figurita’s waar in de wintermaanden menige grote show mee wordt bezocht en ook menige prijs mee wordt behaald. Sinds een paar jaar leggen ze zich toe op de fok van kleurpostduiven. Het doel is dat deze kleurpostduiven in de toekomst ook op de wedvluchten goed mee kunnen doen. Rainer Krebs uit Rees in Duitsland is een bekend fokker. Hiervan hebben zij hun eerste kleurpostduiven en wisselen ze duiven mee uit. De kleuren die ze op hun hokken hebben zijn Opaal, Almond, Qualmond, Andalusisch Blauw, Reduced indigo geband, Rubella en Kaki. Almond is de kleur waar ze zich in hoofdzaak op richten, maar om goede Almondkleurige duiven te fokken heb je meerdere kleurslagen nodig bij de fok, zeggen zij.

Er wordt hier in Ulft niets aan het toeval over gelaten. Dat wordt heel vaak geschreven in reportages en op websites, maar zoals dat hier in praktijk wordt gebracht zul je zelden tegenkomen. Alles is tot in de puntjes van perfectie geregeld. Medicatie wordt hier nooit gegeven want de duiven zijn nooit ziek. Er wordt alles aan gedaan om de duiven er voortdurend op hun best uit te laten zien, wat voor Toon en Barry betekend dat de hokken brandschoon moeten zijn. Tijdens mijn bezoek was er bijna geen mest te zien terwijl er toch een kleine honderd duiven in de hokken zitten. In de broedhokken liggen roosters. Onder de roosters ligt een stuk keukenrol dat dagelijks wordt vervangen. De keukenrol zorgt ervoor dat de mest sneller droogt. Op de vloer ligt Top Fresh Basic Micro van Witte Molen, een natuurlijke bodembedekking van stukjes maiskolf. Prachtig spul dat niet stuift en ook nauwelijks onder je schoenen blijft kleven. Dit wordt elke dag gezeefd. De hokken worden elke dag grondig schoongemaakt, dat bij hen niet inhoudt dat de mest wordt weg gekrabd maar hier worden dagelijks stofzuiger, spons en bleekwater gebruikt. Zelfs de ramen worden gezeemd. Zo schoon als deze hokken zijn ben ik nog nooit tegengekomen. Het lijkt wel een showroom bij een hokkenbouwer maar dan met duiven erin!!

Het hok is zo ingericht dat de duiven niet weg kunnen vliegen als je in het hok staat. Je bepaalt met de inrichting van je hok al of je schuwe of makke duiven zult hebben is hun mening. En schuwe duiven op je hok is iets wat voor hen totaal uit den boze is. Dus is er van te voren goed nagedacht hoe dit te voorkomen. En niet alleen over dit aspect. Over ieder detail is nagedacht. Zo is er onder de pannen gaas aangebracht zodat er langs die weg geen ongedierte kan binnenkomen., Dat kan overigens ook niet langs een andere weg zoals de vloer want aan het materiaal waarvan de vloer is gemaakt kan niet worden geknaagd. Over het ontwerp van het hok is twee maanden nagedacht, overlegd met elkaar en gepuzzeld. Barry is constructief tekenaar en Toon is timmerman, dus beiden hebben hun eigen inbreng gehad en vulden elkaar aan bij de bouw van het hok, wat geheel door henzelf is gebouwd. Het is prettig vertoeven in hun hokken, zowel voor de duiven als voor de eigenaren.

Beiden stoppen ze erg veel tijd in de verzorging van hun duiven. Barry verzorgt ze ’s morgens en samen verzorgen ze ’s avonds vanaf 18.00 tot 20.30 uur de duiven. Ook ’s winters brengen ze dezelfde tijd door in hun hokken als zomers. Op alles waar ze zelf invloed op kunnen hebben proberen ze die invloed dan ook aan te wenden. Toon zegt hierover: “Wat je er in stopt komt er ook weer uit”. De conditie van de duif is zo’n factor die je volgens Toon en Barry als liefhebber zelf in de hand hebt. Op de tentoonstellingen zal dit onderdeel dan ook in ieder geval een F moeten zijn. Op de andere onderdelen heb je als liefhebber minder invloed, zeker als je streven een hok vol duiven van min of meer gelijkwaardige kwaliteit is. Met twee uitschieters heb je immers nog geen goed hok duiven, al wordt die schijn vaak wel gewekt. De kunst is volgens hen om procesmatig te bouwen aan een hok duiven met een gelijkwaardige hoge kwaliteit. Met de Figurita’s is hen dat inmiddels gelukt en draaien ze aan de top mee van Europa.

Als deze mannen met de inzet waarin ze nu bezig zijn doorgaan met de fok van kleurpostduiven zullen ze vrijwel zeker ook hiermee op het hoogste podium komen te staan, voorspel ik. Ik eindig met een stelling van Toon waarin ik mij helemaal kan vinden; “Postduiven en sierduivenliefhebbers zouden meer moeten uitwisselen en samen werken. Ze kunnen veel van elkaar leren waar beide partijen iets aan zullen hebben”.


28 juni 2011

Allert Turksma – Wommels / Jeugd en duivensport

Ik heb de afgelopen periode verschillende jeugdliefhebbers van afdeling Friesland 96 bezocht. Deze afdeling heeft een actieve jeugdcommissie en een kleine honderd jeugdleden. Lang niet al die jeugdleden vliegen geheel zelfstandig. Sommigen krijgen veel steun bij de verzorging van hun ouders en bij anderen is deze ondersteuning vooral financieel en ligt de verzorging geheel in hun eigen handen. Dus ook hier is geen sprake van een gelijke competitie helaas. Er is wel een jeugdregelement maar hier wordt in de regel niet erg sterk op gecontroleerd. In de kern zal er altijd sprake zijn van een zekere ongelijkheid, ook tussen jeugdleden. En dat is in mijn ogen ook op geen enkele manier tegen te gaan. Met een eigen jeugdcompetetie vergroot je echter wel de kans dat een jeugdlid iets van een competitiestrijd ervaart en dat lijkt mij noodzakelijk om plezier aan het spel met de duiven te beleven. Zoals ik al eerder geschreven heb, is het immers in de huidige tijd vrijwel onmogelijk om helemaal zelfstandig zonder enige steun van de ouders je naam tussen de kampioenen op de uitslag te krijgen. Daar is de duivensport tegenwoordig te complex en te professioneel voor.

In mijn jeugd moest ik het helemaal zelf doen. Ik hoefde niet op financiële steun te rekenen en bekostigde mijn hobby geheel zelf door een krantenwijk en andere bijbaantjes te nemen. Duiven kopen zat er dan ook zeker niet in, maar door bij liefhebbers met een goed hok duiven regelmatig de hokken schoon te maken ben ik wel in het bezit gekomen van enkele jonge duiven uit puike ouders. Op deze manier heb ik zelfs een kleinkind van de beroemde Merckx van ’67 gekregen toen die duif echter nog niet zo beroemd was. Ik was indertijd 15 jaar en won zelfs een leuk geldbedrag met deze duif waarmee ik mijn eerste bromfiets kocht. Een van de jeugdleden waar ik recent op hokbezoek ben geweest is Allert Turksma. Die is nu net zo oud als dat ik toen was. Ik herken bij hem een zelfde soort drive om iets in de duivensport te bereiken als dat ik in die jaren had. Hopelijk is een soortgelijk succes ook voor hem weg gelegd. Zo iets is immers een enorme stimulans om door te gaan.

Allert is nu een kleine twee jaar serieus bezig met de postduivensport. De vader van Allert had al jaren een aantal sier- en postduiven om het huis vliegen en gaandeweg ontstond hierdoor bij Allert het duivenvirus. Dit virus heeft inmiddels flink toegeslagen want Allert kun je gerust fanatiek noemen. In zijn enthousiasme weet hij zijn vader ook geregeld mee te slepen. Zijn vader springt af en toe financieel bij. Zo heeft Allert zijn vader kunnen overhalen om bij te betalen aan een goed tweedehands duivenhok waaraan ze het afgelopen najaar samen hard hebben gewerkt. Ook helpt zijn vader met het inkorven van de jonge duiven als de mand niet meer achter op de fiets van Allert past. Verder draagt hij een steentje bij door de jonge duiven af en toe te lappen en verzorgt hij de duiven als Allert meerdere dagen van huis is (dat komt echter maar een paar dagen per jaar voor.) Het is beslist niet zo dat zijn vader alles betaald. Allert verdient zelf wat geld door de tuin bij een aantal mensen te onderhouden.

Allert is net als de meesten van ons begonnen met krijgertjes en aanvliegers. Vorig jaar op de navlucht heeft hij voor het eerst meegedaan en een paar keer op de uitslag gestaan. Na twee vluchten was hij bijna al zijn gekweekte jongen kwijt en is toen gestopt. Hij hoopt dat het dit jaar beter zal gaan. Allert geeft aan dat hij vanwege zijn onervarenheid vaak dingen tegenkomt waar hij nog niet goed raad mee weet. Met zijn vele vragen kan hij helaas lang niet altijd bij zijn clubgenoten terecht. Gelukkig dat Jacob Draaisma (een goed spelend liefhebber en vriend van zijn vader) wel altijd bereid is om hem van advies te dienen en ook van forum Het Praathuis heeft Allert inmiddels al veel opgestoken. Andere jeugdleden (behalve een jongen die met zijn vader samen de duivensport beoefent) kent hij niet in zijn omgeving. Dat vindt hij best jammer. Op Het Praathuis wisselt hij wel veel ervaringen uit met Erwin Winters, een jeugdlid uit Willemsoord dat al een paar jaar bezig is en aardig aan de weg timmert. Allert hoopt met het jonge duivenseizoen een paar mooie uitslagen te maken met de 15 jonge duiven die hij dit jaar gekweekt heeft uit duiven van Jacob Draaisma, want hij beleeft het meeste plezier aan het thuiskomen van zijn duiven van de wedstrijden. Ik wens Allert veel succes!!


11 juni 2011
Jouke Rottiné - Zwagerbosch / Internetforums als bijdrage aan het behoud van de duivensport

Een van de hedendaagse ontwikkelingen die m.i. een positieve bijdrage kunnen leveren aan de opbloei van de duivensport zijn de zogeheten duivenforums. Op deze forums vinden de meest uiteenlopende discussies op duivensportgebied plaats. Er zijn een aantal van deze duivensportforums in Nederland. Naast het forum op de website van de NPO (dat slechts heel mondjesmaat wordt gebruikt en dan voor een groot deel ook nog door niet duivenliefhebbers) zijn de meest gebruikte duivenforums voor Nederland; Het Praathuis (665 leden), Duiven-forum.nl (4509 leden maar het merendeel heeft nog nooit deelgenomen aan een discussie) en Duivencompetitie.nl. (236 leden)

Het eerste forum waarop ik mezelf inschreef was Het Praathuis. Dit is een initiatief van Wim Brom die ook de startpagina Duiven.Jouwpagina.nl beheert. Het Praathuis bestond onlangs vijf jaar en heeft een omvangrijk archief opgebouwd. Er staat een enorme hoeveelheid berichten op waar ik geregeld even in grasduin en die ik nog lang niet allemaal gelezen heb. Tussen veel grappen en persoonlijke noten bevinden zich ook hele interessante en leerzame stukken waar beginnende liefhebbers en de nog in het duister ronddolende “eeuwige verliezer” in mijn optiek zijn voordeel mee kan doen. Eén van de schrijvers die me in dat verband is opgevallen is Jouke Rottiné. Niet alleen omdat hij veel berichten plaatst (inmiddels ruim 6000), maar ook en vooral vanwege de inhoud van zijn berichten. Zonder anderen te kort te willen doen is uit de antwoorden die Jouke geeft goed op te maken dat hij zich opvallend vaak inspant om liefhebbers met vragen van zeer uitgebreide antwoorden te voorzien. Soms zijn deze antwoorden zelfs voorzien van foto’s en tekeningen. Jouke steekt daar menig uurtje per week in, maar doet dat overigens graag. Jouke zegt hierover “Ik weet maar al te goed dat de duivensporter een uitstervend ras is en dan moet je de mensen met problemen bijstaan”. Ik vind dit zeer te prijzen en dankzij de inzet van mensen als Jouke blijven er mensen behouden voor de duivensport die anders wellicht al hadden afgehaakt.

Jouke heeft zich wel aangemeld op andere forums maar is alleen actief op het Praathuis. Dit forum is inmiddels een echte vriendenclub aan het worden. Dit is ook goed te lezen uit de berichten en af te leiden uit de activiteiten die door Wim Brom en leden van het forum worden georganiseerd. Ook Jouke noemt als één van de positieve aspecten van het meedoen op het forum dat hij er daardoor een paar leuke duivenvrienden bij heeft gekregen. Met dit groepje vrienden worden gezamenlijke activiteiten georganiseerd zoals een BBQ. Daarnaast waren en worden er vanuit het Praathuis verschillende activiteiten ondernomen zoals de duivenruilclub, de Acebirds competitie, Ogenspel (2010), enz. en wordt er jaarlijks de Praathuis Vriendendag georganiseerd.

De duivenliefhebbers die deel nemen aan de forums en daar wat van proberen te leren zijn voor een groot deel zeker niet de minst presterenden. Net als Jouke zie ik het forum beslist als meerwaarde voor de gemiddelde duivenliefhebber. Je kunt mensen met hun problemen helpen of zelf geholpen worden. Het is een goede mogelijkheid om antwoord op je vragen te krijgen. Heb je een probleem? Zet het op het forum en je krijgt uit alle hoeken reacties. Als je dan geholpen wordt door mensen als Jouke ben je als beginner in goede handen. Jouke weet waarover hij praat. Hij heeft een nuchtere kijk op de duivensport en laat met zijn prestaties zien dat hij goed met duiven kan omgaan.

Op een winderige frisse zaterdag in mei heb ik kennis met Jouke gemaakt. Ik heb bij hem de duiven van Sens opgewacht. Vanaf deze lossingsplaats had Jouke in 2010 een 1e NPO gewonnen en wie weet zat zoiets er deze keer weer in. Hoewel Jouke op deze Sens er niet slecht bij zat met o.a. een 34e en 38e in de cc, had ik beter twee weken kunnen wachten want toen herhaalde Jouke op een haar na zijn succes van vorig jaar door een 2e te vliegen van het gehele NPO concours tegen 8007 duiven.

Jouke is bijna 35 jaar actief in de duivensport. Vooral de afgelopen jaren heeft hij prachtige prestaties neergezet als de 1e NPO Sens (8143 d ), (1e Internationaal NU tegen 16018 d), 2e Boxtel afd. (22003 d.) 4e NPO Pommeroeul tegen 16760 d. en 7e NPO Menen (14.999 d.). Alleen al de afgelopen twee jaar werd 15 x de 1e gevlogen tegen meestal meer dan duizend duiven met daarnaast een hoog prijspercentage. Daarnaast werden er vele kampioenschappen behaald waaronder vele aansprekende zoals in 2010 het 1e duifkampioenschap vitesse van de afdeling Friesland en het 15e nationaal hokkampioenschap eendaagse fond. Dit zijn uiteraard geweldige prestaties en ik hoop voor Jouke dat er nog vele van dergelijke prestaties zullen volgen en dat hij daarnaast nog vele beginnelingen enthousiast voor de duivensport zal kunnen maken en houden.


23 mei 2011

Familie van Veen - Urk / Nieuwe aanwas voor de duivensport dankzij de PPN

De Promotie Postduivensport Nederland, verder genoemd de PPN heeft als doelstelling het promoten en bevorderen van de duivensport. Een van de manieren waarop zij dit doen is middels het plaatsen van bruikleenhokjes. De eerste bruikleenhokjes zijn in november 2007 geplaatst, dus deze staan inmiddels ruim drie en half jaar bij een nieuwe duivenliefhebber. Ik (en met mij waarschijnlijk vele duivenliefhebbers) ben wel nieuwsgierig bij wat voor mensen deze hokjes zoal terecht gekomen zijn en vooral ook of dit heeft gezorgd voor aanwas van nieuwe duivenliefhebbers.

Om een antwoord op deze vraag te krijgen bezocht ik onlangs de familie van Veen in Urk waar één van de bruikleenhokjes van de PPN is geplaatst. Het hokje wordt gebruikt door Willemien van 8 en Jansje van 6 jaar. Zij hebben bij de verzorging van hun duiven hulp van hun broertje Paulus van 11 jaar. Daarnaast is een groot deel van het 11 leden tellende gezin betrokken bij de duivensport. Dat zijn vader Lubbert, moeder, drie zonen en twee dochters. Twee van de zonen (Jelle en Henk) vliegen als de gebroeders van Veen op een eigen hok. Pa financiert de duivensport van zijn kinderen, maar in de verzorging van de duiven speelt hij alleen een ondersteunende rol (helpt met africhten en inkorven).

Een goede vriend van de familie die vrij recent is overleden (Andries van de Werfhorst uit Oldebroek) heeft er 25 jaar geleden voor gezorgd dat het duivenvirus in de familie van Veen terecht kwam. Vader Lubbert heeft namelijk lange tijd gevaren op een Urker visserskotter. De interesse voor duiven begon bij hem toen hij tijdens het vissen een duif uit zee haalde en deze op de boot in leven hield met rijst. Vriend Andries gaf er nog een paar duiven bij en zo begon het 25 jaar geleden. Vanwege werk en gezin kwam het echter niet tot het lid worden van een vereniging en alles wat daar bij hoort en na een jaar of zeven verdwenen de duiven weer.

In 2007 wilden zoon Jelle (nu 18) en zoon Henk (nu 14) met duiven beginnen nadat zij een verdwaalde duif langs de weg hadden gevonden. Bij pa en ma ontstak de duivenliefde toen weer en zij besloten om een hok en een paar duiven aan te schaffen voor hun zonen. Het hok werd geplaatst bij de zaak (tapijtbedrijf). De eerste duiven werden aangeschaft bij Evert van der Horst uit Harderwijk en dhr. Heerspik uit Volendam. En inmiddels vliegen de jongens onder de naam gebroeders van Veen drie jaar mee in de vereniging en weten al geregeld mooie prijspercentages te vliegen.

In het najaar van 2009 was de familie van Veen op de najaarsbeurs in Rosmalen. Bij de stand van de PPN stond een promotiehokje. Dochter Willemien was direct heel enthousiast en vroeg haar vader of hij dit hokje voor haar wilde kopen. Toen Lubbert ging informeren bleek het dus om een promotiehokje te gaan dat in bruikleen geplaatst kon worden. In het voorjaar van 2010 werd het hokje neergezet en kon Willemien met haar zusje Jansje met de duivensport beginnen. Er werden jonge duiven van haar broers verkregen en van een aantal clubleden waaronder van Klaas Hoekstra. In dat eerste jaar werd al meteen een 1e gewonnen bij de jeugd, wat een 4e was in de gehele vereniging. Dit jaar werd door de 263 verkregen van Klaas Hoekstra een 6e in de club gewonnen tegen 599 duiven, maar helaas is deze kort daarop verspeeld.

Het hokje van de PPN staat er nu voor het tweede jaar. Daar het te klein werd om er zowel oude als jonge duiven in te huisvesten werd er een stukje aangebouwd in ongeveer dezelfde stijl. Dat de duiven het er naar hun zin hebben is duidelijk zichtbaar. Gevraagd naar wat ze het meest aanspreekt van de duivensport geven de meisjes als antwoord de vriendschap met hun duiven. Wat hiermee bedoeld werd was duidelijk toen ik met ze naar de duiven ging. Na het vliegen van hun trainingrondjes landen de duiven op rug en schouders van Willemien, haar zusje Jansje en broertje Paulus. Ook op het hoofd van moeder landde geregeld een duif. Duivensport is hier duidelijk familiesport!

Inmiddels is bijna de hele familie zo enthousiast over de duiven, dat het hokje van PPN en aanbouw plaats zal moeten gaan maken voor een geheel nieuw hok van zo’n negen meter dat boven op een eveneens nieuw te bouwen schuur zal komen. Hier zullen dan ook de gebroeders van Veen op gaan vliegen. Die laatsten hebben zoals gezegd tot nu toe hun duiven bij de zaak.

Zoals hierboven beschreven zijn de grootste successen van Willemien en Jansje (met hulp van broertje Paulus) tot nu toe een 4e en een 6e in de vereniging. Ik vind dat echter al een hele prestatie voor kinderen van die leeftijd die de verzorging ook helemaal zelfstandig doen. Paulus van 11 is volgens mij de motor achter deze successen. Hij heeft het volgens mij in zich om een topspeler te worden. Er ontgaat hem niets. Van elke duif weet hij alle ins en outs. Ik voorspel dan ook dat het niet heel lang meer gaat duren voordat de zusjes met hulp van Paulus een 1e zullen vliegen. Het fanatisme van de hele familie en de scherpe opmerkingsgave van Paulus zijn in ieder geval al belangrijke ingrediënten voor succes! Tel daarbij de dagelijkse portie knuffels die de duiven van Willemien en Jansje krijgen en de cirkel is rond.

De familie van Veen beleeft veel plezier aan het verenigingsleven. De behulpzaamheid van verschillende liefhebbers in hun vereniging is groot. De vereniging heeft 7 jeugdleden (Waar vind je dat nog?) Ook van de bezoeken aan jeugdevenementen wordt door de hele familie genoten. De PPN heeft met het plaatsen van dit hokje in mijn ogen zeker hun doel bereikt, namelijk de aanwas van nieuwe leden voor onze sport.


4 mei 2011

Simon Kuipers - Oudega / Kweekcentra

De naam Simon Kuipers is in de Friese duivenwereld geen onbekende en ook landelijk zal er bij velen een lampje gaan branden als ze deze naam horen noemen. Aan deze bekendheid liggen op de eerste plaats zijn zeer goede prestaties ten grondslag. Zo heeft Simon in de bijna 45 jaar dat hij postduiven heeft al op heel wat podia gestaan. Enkele wapenfeiten uit het verleden zijn 1e en 2e Nat. Orleans rayon 7 in 1992, zijn deelname aan de Olympiade in Gran Canaria in 1993, 1e keizer generaal Noordelijke Fondclub in 1995, 1e nat. Orleans in 1997, 3e nat. Orleans in 2000, 1e nationale asduif dagfond in 2000, 3e NPO Ablis in 2005. Ook in 2010 waren er wederom goede prestaties die o.a. hebben geleid tot een 3e fondkampioenschap FFC over de dag- en de meerdaagse fond.

Naast zijn prestaties geniet Simon ook bekendheid met het kweekcentrum Friesland. Dit kweekcentrum runt hij samen met Gerben van der Loon. (http://www.kweekcentrumfriesland.nl/home.html). Zij richten zich met hun kweekcentrum op de liefhebbers van de overnachtfond. Bij de aanschaf van duiven worden sinds 2000 dan ook alleen maar duiven gehaald die het zware werk aankunnen. Daarvoor is aangeklopt bij mannen die hun sporen hierop ruimschoots verdiend hebben. Hieronder zijn grote namen zoals Noël Peiren Zedelgem (België), Georges Carteus Ronse (België), Cor van der Ploeg uit Leeuwarden, Roger Desmet-Matthijs (België), Filip Norman (België) Nouwen-Paesen (België) en Jelle Jellema Steggerda/Nijverdal. Simon en Gerben hanteren de stelregel dat het bijhalen van duiven uit hokken die al tientallen jaren aan de top meedraaien met een min of meer eigen soort, meer kans biedt op het kweken van toppers, omdat de erfelijke kwaliteiten van de toppers die deze hokken hebben voortgebracht, in bijna elke duif die van zo’n hok afkomstig is, aanwezig is.

Hierboven de 690 (4e nat. Brive) één van de kweekduivinnen met daarnaast een zoon van haar de 573. Deze is in totaal 10 keer meegeweest op de overnacht en heeft 9 keer prijs gevlogen waarvan 5 x ruim 1 op 10.

De grote vraag naar postduiven met een goede afstamming is voor steeds meer duivenliefhebbers aanleiding om een kweekcentrum op te zetten. De afgelopen paar jaar zijn de kweekcentra als paddenstoelen uit de grond gevlogen. Het aantal kweekcentra in Nederland komt inmiddels ver boven de 100 uit. Een kleine 50 daarvan zijn aangesloten bij de stichting N.O.O.K. (Nederlands Overkoepelend Orgaan Kweekcentra). Zoals gezegd is er een grote vraag naar postduiven. Vooral naar duiven uit Nederland en België. En die vraag genereert het aanbod. De meeste kweekcentra kunnen de door hen gekweekte duiven goed kwijt (e.e.a. een beetje afhankelijk van de rassen/bloedlijnen die zij op de hokken hebben). Er is een grote mate van diversiteit binnen de kweekcentra. Sommigen bevolken hun hokken alleen met 1e prijswinnaars van grote concoursen en hun directe nazaten, zoals bijvoorbeeld First Prize Pigeons. Anderen specialiseren zich alleen op een bepaald soort, bloedlijn of zelfs kleur zoals bijvoorbeeld de kweekhokken met alleen Choco’s (Meulemans), witte postduiven, Klakken en Aardens. Ook stemmen sommige kweekcentra zich af op het type klant (kleine of grote beurs, vitessespeler of fondspeler). Maar hoe dan ook, om een kweekcentrum rendabel te maken en te houden, zul je je moeten onderscheiden om klanten te (blijven) trekken. Hier kan een flink prijskaartje aan hangen want dan zal er ook regelmatig geïnvesteerd moeten worden.

Investeren doen Simon en zijn compagnon voortdurend. Behalve de aanschaf van duiven bij de genoemde hokken (zoals zij dat noemen hun hofleveranciers) wordt ook regelmatig gezocht naar duiven die de kwaliteit nog een verdere impuls kunnen geven. Door zich met hun kweekhok te specialiseren, te putten uit bronnen met een “eigen soort”, gericht te kweken in verwantschap en kruising, twee rondes zelf te gebruiken en goed uittesten en blijvend te zoeken naar versterking proberen Simon en Gerben zich met hun Kweekcentrum Friesland net als met hun vliegprestaties te onderscheiden van de concurrentie.


26 maart 2011

Everhard van Pijkeren – Hierden / Stambomen

Vorig jaar schreef ik een stukje over Everhard van Pijkeren. Dat stukje ging voornamelijk over de prestaties van zijn (toen nog) jaarlingdoffer de 09-973 die zich van twee keer mee op twee zware overnachtvluchten beide keren voorin de uitslag liet zien. Deze winter was ik weer bij Everhard en nam ik met hem de stamkaarten van zijn duiven door. Het viel mij toen op dat Everhard vrijwel alleen de ringnummers van zijn duiven noteert en geen prestaties of afkomst. Ook geeft hij zijn duiven zelden een naam. In deze tijd waarin commercie een grote rol speelt in de duivenwereld zijn dit soort melkers steeds meer een zeldzaamheid aan het worden. Immers, de duivensport is duur. Als je er wat aan terug wilt verdienen moeten je duiven behalve goed vliegen ook verkoopbaar zijn. En dat kan alleen met duiven in de stamboom die veel eerste prijzen gewonnen hebben en vooral ook met bekende namen van liefhebbers of duiven erop. Het maakt trouwens niet uit tegen hoeveel duiven die eerste prijzen gewonnen zijn. Daar wordt weinig op gelet. Als ze er maar veel gewonnen hebben. Duiven die alles ondersteboven vliegen zonder een klinkende afstamming kun je aan de straatstenen niet kwijt. Dat dit maar al te waar is ondervond ik zelf recent nog. Ik probeerde via een advertentie op Marktplaats met een link naar mijn website een halve ronde jongen te verkopen van een groot kampioen. Deze man is wars van commercie en maakt geen stamkaarten van zijn duiven. Ook wilde hij liever niet men naam worden genoemd in de advertentie en op mijn website. De advertentie werd een kleine duizend keer bekeken, maar de duiven werden niet verkocht. En dat lag niet aan de prijs, want daarvoor kun je op de meeste hokken nog niet eens een ei krijgen. Nee, men wil er stamkaarten bij en die zijn er dus niet.  

Na dit zijsprongetje weer even terug naar de duiven van Everhard. Everhard maakt zoals gezegd wel stamkaarten. Zodoende is goed na te gaan uit welke duiven Everhard de laatste jaren zijn toppers kweekt en ook of deze lijnen bij anderen ook goed presteren. Bij Everhard zijn beste duiven hoefde ik geen tientallen generaties terug te gaan om bekende en goed verervende voorouders te vinden. Nee, want het merendeel van de duiven die bij hem de afgelopen jaren de kopprijzen hebben verdiend, stammen op een enkel uitzondering na, allemaal af van één duivin. Vaak in kruising met duiven van Rinus Hendriks uit Nunspeet (nazaten van de Spin van Wanroy). Dat deze duivin de kwaliteit niet van vreemden heeft geërfd bleek wel toen ik haar stamboom ging napluizen. Deze duivin de 776 is verkregen van J. Reeker uit Nunspeet die haar rechtstreeks had aangeschaft bij Anton van Haaren uit Heesch. Haar vader was een kleinzoon van de First Lady van Wim Muller. Verder is haar vader een halfbroer van Flying Lady die asduif was van de FBZ in 1993. Van moeders kant is ze verwant aan de Barcelona van Anton van Haaren. Genoemde duiven hebben al heel wat zeer goed vliegende nazaten op de wereld gezet. Wanneer dit soort zaken op de stambomen worden gezet worden zijn deze duiven ineens commercieel wel interessant, wat ze nu dus niet zijn. Dit voorbeeld geeft nog eens aan dat er op vele hokken goede duiven voor weinig geld te koop zijn en dat je voor goede duiven met dito afstamming beslist niet alleen bij de tophokken hoeft aan te kloppen. Overigens verkoopt Everhard zelden duiven. Dat vindt hij ook niet nodig. Hij geeft vaker wat weg dan dat hij wat verkoopt. Dat tekent deze liefhebber. Echter, mocht hij om wat voor reden dan ook zijn duiven nog eens willen verkopen zullen deze alleen op basis van zijn prestaties maar een fractie op brengen van wat duiven van dezelfde afstamming bij de grote namen of kweekstations moeten kosten. Dus als Everhard nog eens zin en tijd heeft zal het beslist de moeite lonen om zijn stamkaarten te herschrijven.

 


7 maart 2011

 

 Bob Berendsen - Duiven / Ogentheorie

Voor duivenliefhebbers met interesse voor de ogentheorie is Bob Berendsen geen onbekende. Bob is al een aantal jaren actief op het gebied van de ogentheorie en verzorgt hierover op verenigingen lezingen, adviseert liefhebbers en is op het Praathuis de ogenspecialist die vragen over dit onderwerp beantwoordt. Op zijn website http://www.bobberendsen.nl wordt door Bob uitgebreid beschreven en met foto´s toegelicht wat hij verstaat onder goede duivenogen. In mijn optiek een zeer leerzame site en op een prettige en toegankelijke manier beschreven. De ogentheorie voegt in mijn optiek beslist iets toe aan het (her)kennen van een goede duif, maar helaas zijn er nog verschillende liefhebbers die geen enkele waarde hechten aan de ogen. Onder hen bevinden zich ook grote kampioenen. Vooral deze zijn moeilijk te overtuigen dat wanneer zij bij selectie en kweek meer waarde aan de ogen zouden hechten het percentage goede duiven op hun hokken zou toenemen. Wat ik (en Bob met mij) jammer vind is dat zoveel mensen die hun voordeel met de ogentheorie zouden kunnen doen, zich vaak spiegelen aan die grote mannen. Dat zijn hun voorbeelden, deze vliegen goed, dus die hebben er verstand van, wordt dan vaak gezegd. Dit is een hele grote misvatting in mijn ogen. Een mens kan niet overal verstand van hebben, daar leeft deze immers veel te kort voor. Geloof mij dat er onder degenen die al jaren bij de kampioenen in hun club en of samenspel behoren er zelfs verschillenden zijn die hun eigen duiven met moeite of helemaal niet uit elkaar kennen. Laat staan dat ze van elk van hun duiven de specifieke kenmerken kennen zoals het oog. Hoe beter deze kampioenen presteren hoe meer ze van hun eigen gelijk overtuigd raken en des te minder ze open staan voor andere visies die hen mogelijk nog een stapje hoger op de trede zouden kunnen brengen. Op zich is dat geen probleem, maar dat zij de ogentheorie soms totaal ongefundeerd als onzin bestempelen vindt Bob m.i. geheel terecht, jammer.

Naast dat Bob zich bezig houdt met het uitdragen van de ogentheorie, is hij ook als duivenfotograaf actief en bouwt hij websites. Uit bijna alles wat hij op duivengebied doet blijkt dat hij zijn kennis en ervaring graag met anderen deelt. Niet voor niets dat Bob zich op een forum als het Praathuis dan ook prima thuis voelt en zich in menige discussie mengt of advies geeft. De laatste tijd is hij trouwens ook actief op andere fora zoals bijvoorbeeld duivencompetitie.nl. Bij Het Praathuis is hij overigens ook lid van de crew die achter de schermen hand en spandiensten voor dit forum verricht.

Behalve de activiteiten m.b.t. de ogentheorie, de duivenfotografie, deelname aan de forums etc. heeft Bob tussendoor ook nog tijd om zijn eigen duiven tot presteren te bewegen. Bob heeft in zijn duivenloopbaan al menig succes geoogst. Gedurende de periode 1975 t/m 2010 was dit samen met zijn vader.

      

De “Elisa” 1e NPO Mantes La Jolie met zoon van de Maurice van Ferry van Loo                 De 10-924 van Bob, eigen foto met oog

Zo werden o.a. een 1e gespeeld in het bondsconcours van de NABvP van de loodzware Ruffec 1986, 1e NPO Mantes La Jolie 2009 Afdeling 9 en diverse TT noteringen met daarnaast diverse kampioenschappen en duifkampioenschapstitels. In het persoonlijke rampjaar 2010 (overlijden van zijn vader Chris) werd desondanks toch nog het 9e Hokkampioenschap NPO Jong Afdeling 9 in de wacht gesleept alsmede de 8e en 24e duifkampioen jong van de Afdeling 9. Vanaf 2011gaat Bob vliegen op zijn eigen adres. De jonge duivinnetjes met 50% prijs en meer werden in het najaar van 2010 overgewend om daarmee in 2011 te spelen op weduwschap. Een select groepje stamduiven en bewezen kwekers werden niet uitgewend. Deze zullen in de loop der jaren worden vervangen door uitgewende nazaten.

Zijn stammetje is opgebouwd rondom een excelent kweekmoedertje (kleindochter Grote Blauwe van ’84) van Louis van Loon die ze destijds (1991) rechtstreeks met nog wat anderen uit het kweekhok bij de grootmeester in Poppel hebben gekocht. Het bloed van dit stamduivinnetje stroomt rijkelijk in 80% van de duifjes. Vorig jaar herfst zijn er een 6-tal duifjes van Jan de Ruiter uit Teuge het kweekhok komen versterken omdat de nauwe bloedverwantschap van zijn van Loon stam aan bloedverversing toe is. De verwachtingen zijn hoog gespannen.

Ik wens Bob nog veel succes met al zijn activiteiten en hoop dat hij nog lang in de duivensport actief blijft!


19 februari 2011

Jos Meulenberg – Tanzania / Eenhoksraces

Op verschillende forums en websites wordt regelmatig het verschijnsel eenhoksraces becommentarieerd. De voorstanders, waarvan ik er ook één ben, wijzen op de mogelijkheid die de eenhoksraces bieden voor de duivenliefhebbers die door gebrek aan tijd en ruimte om toch met hun duiven te kunnen (laten) spelen. De tegenstanders wijzen vooral op het negatieve imago van onze sport bij de organisaties die strijden voor het dierenwelzijn. Daar dit soms invloedrijke organisaties zijn (zoals de Dierenbescherming) die bij de politiek (vooral bij de PvdD) nogal eens een gewillig oor vinden, hebben de tegenstanders van eenhoksraces onder de duivenliefhebbers beslist een punt. Vooral de resultaten van de races op zee zijn koren op de molen van al te overijverige dierenvrienden die duivensport om zeep willen helpen.

Jos Meulenberg uit Tanzania is een Nederlander die in dit Afrikaanse land is neergestreken vanwege zijn werk in de bloemenindustrie. Inmiddels woont hij hier alweer zo’n 6 jaar. In zijn jeugd heeft Jos verschillende dieren gehad zoals kippen, geiten en konijnen. Op een gegeven moment ontstond bij Jos het idee om postduiven te gaan houden. Omdat in Tanzania de duivensport niet wordt beoefend, is het deelnemen aan een eenhoksrace de enige mogelijkheid voor Jos om toch aan wedstrijden te kunnen deelnemen. Hij kwam al surfend op de website van de Million dollarrace (Sun City) in Zuid Afrika. Toen stond zijn besluit vast en moesten er dus duiven komen.

Eind juli afgelopen jaar nam Jos contact met mij op en vroeg mij om advies om e.e.a. te realiseren. Ik vond dit een leuke uitdaging. Een paar duiven waar Jos mee kon gaan starten waren snel gevonden. De vader van de eerste duif van Bram Wassenaar en mij op de German Open 2009 (een zoon van de 5e nat. Bergerac 2005 van Cor vd Ploeg uit Leeuwarden en een duivin die we op de veiling van de Dutch Open 2009 hadden aangeschaft, aangevuld met een paar jonge duiven, werden uitverkoren om te verhuizen naar Afrika. Maar om de duiven op het nieuw gebouwde hok van Jos in Tanzania te krijgen was heel wat minder eenvoudig. Eerst moest er een verklaring komen van de Tanzaniaanse autoriteiten dat ze mochten worden ingevoerd. Duiven worden daar alleen als voedsel gezien dus was er heel wat uit te leggen. Ondanks de verklaring van de Tanzaniaanse autoriteiten zou het douanepersoneel de duiven niet afgeven zonder dat daar steekpenningen voor zouden worden betaald. Dus moest er worden uitgezocht en onderhandeld welk bedrag hiervoor moest worden gereserveerd. Vervolgens moest worden uitgezocht hoe het transport zou kunnen plaatsvinden naar Tanzania, er moesten entbewijzen komen en een dierenartsverklaring,. Maar na een maand of twee kwam het sein op groen en konden de duiven dan toch naar Tanzania worden vervoerd. Een hele spannende periode voor Jos die hem nog wel eens een slapeloze nacht heeft bezorgd, maar de voldoening is des te groter.

Inmiddels zitten de duiven alweer een kleine vier maanden in hun nieuwe woonomgeving. Jos heeft prachtige ruime en doelmatige hokken getimmerd naar voorbeelden van duivenhokken op internet. In de tussentijd heb ik voor een aantal duivenboeken gezorgd. Vooral over de basisprincipes van het postduiven houden. Want Jos is de enige duivenliefhebber in Tanzania en moet dus veel pionieren. Denk bijvoorbeeld aan voer. Duivenvoer wordt er natuurlijk niet verkocht. Hij moet op de locale markt losse granen en zaden kopen en deze zelf mengen. Niet alle granen en zaden die in ons duivenvoer zitten worden in Tanzania verbouwd, dus wordt er naar alternatieven gezocht. Veel puzzelwerk, maar ook heel dankbaar als het lukt.

Jos is 22 januari naar de eindrace van Sun City geweest. Een geweldige ervaring voor Jos die daar kennis heeft gemaakt met duivenliefhebbers van over de hele wereld. Bij een stand heeft hij uiteraard de nodige (en misschien ook niet nodige) duivenbenodigdheden gekocht. Na een vliegreis van 4 uur en een afstand van 3000 km kwam Jos zwaar beladen met broedschotels, zakken grit, enz. en een gonzend hoofd van alle nieuwe indrukken weer thuis.

 En nu is het dan eindelijk zover en heeft Jos zijn duiven gekoppeld. Voor Jos allemaal nieuwe ervaringen die weer veel vragen oproepen. Als ik zijn vragen dan zo lees en beantwoord wordt ik steeds weer bevestigd in mijn overtuiging dat de duivensport een zeer ingewikkelde sport is voor iemand die nog nooit duiven heeft gehad. Je moet wel een echte doorzetter zijn en veel hulp krijgen, anders zullen er meer teleurstellingen zijn dan successen en zal op een gegeven moment weer worden afgehaakt. Utgaande van het enthousiasme van Jos en de enorme inzet die hij laat zien vrees ik er echter niet voor dat hij in zijn zeer uitzonderlijke positie als enige postduivenliefhebber van Tanzania (voor zover mij bekend) snel de pijp aan Maarten zal geven. Het is voor Jos te hopen dat de eenhoksraces blijven voortbestaan.


05 februari 2011

Lubbert Bos - Hoogkerk / Geen succes op de automatische piloot

Ik ben er van overtuigd dat je op routine of de automatische piloot vandaag de dag geen rol van enige betekenis meer kan spelen in de duivensport. De duivensport verandert en wil je met de besten mee blijven doen dan zul je je concurrenten moeten blijven volgen. Dat zal lang niet altijd mogelijk zijn tot in alle details. Iedereen heeft nu eenmaal te maken met beperkingen in tijd, ruimte, geld en de mate waarin het rugzakje met ervaring en kennis is gevuld. Maar mijn ervaring is dat de meeste liefhebbers toch veel te veel kansen laten liggen die wel binnen hun mogelijkheden liggen.

Om de vraag te kunnen beantwoorden waarom zoveel liefhebbers kansen laten liggen kom je op het terrein van de sociale wetenschappen. Ook zeer interessante materie overigens, maar omdat ik geen psycholoog ben waag ik me niet aan een wetenschappelijk antwoord. Ik breng deze vraag liever naar voren in de gesprekken die ik met duivenliefhebbers voer tijdens mijn hokbezoeken. In mijn optiek is het behalen van succes in de duivensport vooral ook het gevolg van zo min mogelijk fouten maken in de verzorging. Hierover had ik een heel boeiend gesprek met Lubbert Bos uit Hoogkerk. Lubbert, die al weer heel wat jaartjes in de duivensport rondloopt en zijn ogen en oren goed te kost geeft, is het met mij eens dat wanneer je aan de absolute top mee wilt draaien, je alles zult moeten aanwenden wat binnen je vermogen ligt om succes te bereiken. Doe je dat niet en laat je kansen liggen bereik je die top beslist niet. Al pratende passeerden er een aantal veel gemaakte fouten die we beiden nogal eens constateerden. Hier volgen er een aantal in willekeurige volgorde; de duiven zelden of nooit een bad geven, vochtige en klamme hokken, opvangers tussen de eigen duiven laten zitten, verzwakte en zieke duiven niet apart zetten, midden in het vliegseizoen de duiven een dag overslaan met verzorgen, duiven op honger spelen of met een volle krop inkorven, zieke duiven inkorven, drinkbakken in de volle zomer leeg, enz. enz. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend en toch hoor en zie ik dergelijke dingen meer dan ik voor mogelijk had gehouden in deze huidige tijd waarin een proffesionele aanpak meer regel dan uitzondering is geworden. Ook Lubbert kon mij zo nog een groot aantal van dergelijke fouten noemen. Het was met hem dan ook erg plezierig sparren over bovengenoemd onderwerp en niet in de laatste plaats omdat hij over voldoende zelfkritiek beschikt om toe te geven dat ook hij wel eens een steekje laat vallen. Lubbert, bedankt voor het sparren en veel succes in het komende seizoen!


22 januari 2011

Combinatie Boonen - Hierden

Tijdens sommige van mijn hokbezoeken vinden stevige discussies plaats. Zo ook tijdens mijn bezoek aan de combinatie Boonen in Hierden. De combinatie Boonen bestaat uit vier personen; Gert, Gerwin en Dion Boonen en Dick van Mondfrans. Op hun website www.combinatieboonen.nl kunt u lezen hoe deze combinatie tot stand gekomen is, wat voor soort duiven de hokken bezetten, hoe de duiven worden verzorgd en wat de prestaties zijn.

Ik heb een genoeglijke dag doorgebracht bij deze sympathieke melkers. Zoals gezegd was het een dag met soms pittige discussies, met name met Gert. Velen zouden Gert als eigenwijs bestempelen, maar dat stempel wil ik beslist niet op hem drukken. Gert geeft weliswaar aan stevig vast te houden aan zijn eigen koers. Echter hoe hij met de duiven omgaat is niet uit de lucht komen vallen. Hij heeft wijze lessen gehad van o.a. Co Verbree met wie hij een een lange tijd heeft samengewerkt. Ook kreeg hij ooit een tip van een groot kampioen. Deze tip was; "laat je slechtste duif prijsvliegen en je kan van mij de beste duif krijgen die ik heb". Dus, hoewel Gert niet snel iets zal aannemen van een ander, staat hij ook beslist open voor redelijke argumenten en is hij zeer zeker bereid om zijn mening te herzien. Overigens steek ik van dit soort discussies ook altijd zelf weer wat op hetgeen ik erg plezierig vind.

Op de wijze waarop de duiven in Hierden verzorgd worden en op een wedstrijd worden voorbereid, heb ik overigens weinig aan te merken. De resultaten laten zien dat het hiermee meer dan goed zit. De combinatie heeft zich gespecialiseerd op twee onderdelen namelijk jonge duiven en eendaagse fond en hier worden zeer goede resultaten op geboekt. Onze discussies gingen vooral over de afstandsgeschiktheid van duiven en het gericht kweken op bepaalde eigenschappen. Gert gaf aan dat naar zijn mening de goede duif ondergeschikt is aan een goede training en verzorging. Met andere woorden als je de duiven er goed voor klaar maakt kunnen ze bijna elke afstand aan. Dit is naar mijn mening (die gebaseerd is op erfelijkheidswetten) onjuist. Dat dit een onjuiste veronderstelling is en dat er wel degelijk zoiets bestaat als afstandgeschiktheid kon ik aan de hand van een praktijkvoorbeeld uit de eigen praktijk van de combinatie Boonen aanschouwelijk maken.

 

Het afgelopen jaar werd de wedvlucht Orange georganiseerd. De afstand voor de duiven van de combinatie Boonen bedraagt 917 km. Omdat dit een ochtendlossing betrof werd deze vlucht door Gert als dagfondvlucht beschouwd en hadden ze bijna al hun goede eendaagse fondduiven hierop mee. Deze waren in topconditie en de combinatie had dan ook hoge verwachtingen van hun duiven. Deze hoge verwachtingen sloegen echter om in een bittere teleurstelling. Hoewel twee van hun duiven redelijk goed op tijd waren, zijn ze op deze vlucht maar liefst 10 goede duiven verspeeld. Gert wijt dit aan de latere lossing zodat de duiven ’s avonds het hok niet meer konden bereiken en naar zijn mening waarschijnlijk verongelukt waren. Ik wijt het falen van hun duiven echter aan de afstand van bijna 920 kilometer die daarnaast ook nog via de Zuid lijn moest worden afgelegd (die meestal veel zwaarder is dan de zuid-westlijn). Orange was een vlucht voor sterke fondduiven, kilometervreters. Dit was ook te zien op de uitslag. Voor het overgrote merendeel van hun pure sterke midfond/eendaagse fondduiven met een groot percentage Janssenbloed in de afstamming, was deze vlucht te zwaar. In mijn optiek zijn hun duiven in hun element op vluchten met een afstand van maximaal 700 km met 10 tot maximaal 13 uur vliegen. Aan de twee duiven die zich toch wisten te klasseren, kon je aan een werkpen zien dat deze vlucht het uiterste van hun reserves had aangetast. Ik adviseerde hen om wanneer zij in de toekomst ook aan dit soort vluchten willen deelnemen en daarop dezelfde successen willen behalen, dat ze daarvoor andere duiven moeten aanschaffen of inkruisen.

Op dit hok waar zich geen specifieke kwekers, vasthouders of vermeerderaars bevinden (op een enkele duif na die niet meer gespeeld wordt), moet iedere duif zijn plaatsje verdienen. Er zit dan ook een grote kwaliteit aan duiven. Ik ben echter van mening dat wanneer er op dit hok meer aandacht aan de kweek wordt besteed, waarbij aspecten als afstandsgeschiktheid, spieren en oogkwaliteit meegewogen worden en er daarnaast enkele gerichte aankopen worden gedaan, hun hok duiven in de breedte sterker zal worden. De combinatie Boonen zal dan ook op vluchten als Brivé, Perigeux en Orange een serieuze gooi naar de overwinning gaan doen.

De 08-913 : o.a. 10e Blois met teletekst 2010 (4788 duiven) en de 09-788: als jaarling in 2010 o.a.: 2e Chataudun (TT) 3675d, 5e Orleans (NPO), 6e Strombeek (11330 d), 16e Blois (1999d), 28e Meer (9152 d) en 49e Orange in Zone 2 (1265d)

 

      


9 januari 2011

Meine Kempenaar - Kollumerzwaag

Het eerste jaar met de-duivencoach.nl ligt achter me. Het was vooral een jaar van contacten leggen of hernieuwen. Dit vind ik één van de mooiste aspecten van mijn activiteiten naast het met de duiven zelf bezig zijn. Het contact met mensen uit alle lagen van de bevolking. Duivenmelkers vind je immers zowel onder bouwvakkers en zakenlieden, boeren en directeuren als eigenaren van grote bedrijven en uitkeringsgerechtigden. En de sport is ook niet aan leeftijd gebonden. Ik kom dus over de vloer bij jong en oud, bij mensen die goed in hun slappe was zitten en bij degenen die de eindjes aan elkaar moeten knopen, bij universitair geschoolden en mensen met heel weinig opleiding. Deze heel verschillende mensen beleven de duivensport ook op heel uiteenlopende manieren en stellen dan ook zeer diverse vragen. Dat maakt het bezig zijn met de-duivencoach.nl een zeer afwisselende bezigheid.

Het bijzondere van de duivensport is dat al deze verschillende mensen met hun verschillende mogelijkheden tegen elkaar strijden. Er is al veel geschreven over deze ongelijke strijd die als één der oorzaken van de teruggang van de duivensport wordt beschouwd. In één van mijn vorige stukjes heb ik al geschreven dat vooral jeugdleden in deze ongelijke strijd vrijwel altijd het onderspit zullen moeten delven. Gelukkig worden er door verschillende afdelingen jeugdcompetities gehouden, zo ook door de afdeling Friesland 96, die een actieve jeugdcommissie heeft. Het afgelopen jaar heb ik een paar van die jeugdleden ontmoet zoals Corrie Hakvoort uit Urk en Brittany van der West uit Zwagerbosch en zeer recent Meine Kempenaar uit Kollumerzwaag.

 

Meine is 14 jaar oud en heeft sinds zijn achtste duiven. In eerste instantie met veel hulp van zijn vader Gerben en zijn moeder Suzanne, maar geleidelijk aan wordt die hulp steeds minder. Bij het inkorven en andere zaken die hij nog niet zelfstandig kan springen zij nog steeds bij, maar de verzorging van de duiven doet hij inmiddels geheel zelfstandig. Meine is een fanatiek baasje die mij verzekerde dat hij heel erg zijn best gaat doen om binnen twee jaar 1e Jeugdkampioen van de Afdeling Friesland te worden. Hij is daartoe al heel aardig op weg, want het afgelopen jaar werd hij 2e aangewezen en 3e onaangewezen. En zijn prijzenkast is ook al heel goed gevuld.

Inmiddels is zijn moeder Suzanne nu zo enthousiast geworden dat zij zelf ook met duiven wil gaan spelen. Zij wil zich gaan toeleggen op de overnacht. Vooralsnog op zeer beperkte schaal met enkele duiven.

 

de-duivencoach.nl (K.v.K 01166256)  |  info@de-duivencoach.nl